De meeste mechanische verbindingen in MDF worden gemaakt met schroeven. De weerstand tegen het uittrekken van schroeven is bij MDF groot. Normale spaanplaatschroeven zijn goed bruikbaar, maar er zijn ook speciale MDF-schroeven. Bij het gebruik van spaanplaatschroeven is het aan te raden om voor te boren, vooral bij bevestiging in de kanten. Verzinken van de schroef voorkomt het opbollen van het MDF rondom de schroefkop.
Bij het gebruik van spaanplaatschroeven in het vlak van de plaat is het belangrijk de schroeven niet te dicht bij de randen en hoeken in te draaien. Houd een afstand van minimaal 12 mm tot de rand en 25 mm tot de hoek aan. Bij het schroeven in de kopse kant van de plaat kan 70 mm aangehouden worden als afstand tot het einde van de plaat. Zo voorkom je dat de plaat scheurt.
De speciale MDF-schroeven zijn dichterbij de randen te gebruiken en voorboren is bij het gebruik van deze schroeven niet nodig. Door de speciale freesribben onder de kop is apart verzinken ook niet nodig.
Verbindingen met nagels en nieten met een kleine diameter zijn ook mogelijk. Dikke nagels en nieten zijn ongeschikt, omdat het MDF dan splijt. Voor het gebruik van nagels en nieten kunnen dezelfde randafstanden aangehouden worden als bij het gebruik van spaanplaatschroeven. Nieten met een coating van lijmhars hebben een betere hechting.
MDF is ook prima te verlijmen. De meeste houtlijmen zijn geschikt. Bij lijm-verbindingen van MDF met een ander materiaal is vaak het oppervlak en de samenstelling van dat materiaal bepalend voor de keuze van de lijm. Raadpleeg in ieder geval de richtlijnen van de producent van de lijm. Bij toepassingen van vochtbestendig MDF is het aan te raden ook vochtbestendige lijm te gebruiken.
Haakse verbindingen zijn mogelijk in verstek, met een zwaluwstaart en met geprofileerde beuken of berken deuvels in combinatie met lijm.