MDF werd in het begin van de jaren ’60 ontwikkeld in de Verenigde Staten. Het is een doorontwikkeling van hardboard, een plaatmateriaal vergelijkbaar met MDF, waarop de Amerikaan William Mason in 1924 patent verkreeg. De fabricage van MDF vond in Europa voor het eerst plaats in 1977. Na de introductie in Europa ging het heel snel en waren er binnen een aantal jaar zestien fabrieken over de gehele wereld, die het nieuwe materiaal vervaardigden. De grootschalige fabricage van MDF startte in de jaren 80.

Naald- en loofhout, maar ook oud papier zijn de voornaamste grondstoffen van MDF. De productie van MDF vindt dan ook vaak plaats in de buurt van de bossen. Grote en kleine stukken hout worden vermalen tot spaanders en daarna verder verkleind tot vezels. In tegenstelling tot de productie van hard- en zachtboard wordt bij de fabricage van MDF lijm gebruikt. Vezels en lijm worden gevormd tot matten, verwarmd en geperst tot platen.

MDF wordt over de gehele wereld geproduceerd, zelfs in Australië en Zuid-Amerika. In Europa vinden we de producenten van MDF vooral in Centraal en Zuid Europa in de bosrijke streken. De meeste fabrikanten maken niet alleen MDF maar bijvoorbeeld ook spaanplaat en OSB platen.

fabricage van MDFHet MDF dat in Europa gemaakt en verhandeld wordt, is voorzien van een CE-markering. Een dergelijke markering wil zeggen dat een product, in dit geval MDF, voldoet aan Europese richtlijnen voor bijvoorbeeld veiligheid, gezondheid en milieu. De CE-markering is geen keurmerk, eerder een conformiteitsmerk. Producten die voldoen aan de richtlijnen zijn herkenbaar aan het logo met de letters C en E en mogen in de hele EER vrij verhandeld worden.

Belangrijke richtlijnen voor de fabricage van vezelplaten, de groep waartoe MDF behoort, zijn opgenomen in EN 622. Deze norm, opgesteld door het Europese Normalisatie Instituut (CEN), draagt bij aan het vergemakkelijken van de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie.